Over boeken schrijven roept een tegenstrijdig gevoel op. Ergens voel ik me een slechte boekrecensent, ik heb echt geen verstand van boeken recenseren en heb nooit zin om mijn overwegingen goed uit te denken. Aan de andere kant heb ik het idee dat ik een boekverslag maak. Toch ga ik de uitdaging aan. Ik ben immers een boekenwurm en ook in het dagelijks leven degene bij wie je aan kunt kloppen voor boekentips: wat kan er nu toffer zijn dan je enthousiasme over een boek verspreiden?
Om eenvoudig te beginnen trap ik af met het bekendste boek van één van mijn favoriete Nederlandse auteurs. Ze een lange tijd behoorlijk beroemd geweest, bijna een BN'er, ze presenteerde zelfs nog even 'Zomergasten', daarna werd het een poosje stil rond haar. In 2011 vond ze weer de media met haar serie logboeken die ze schreef om haar niet-lang-daarvoor overleden echtgenoot, Hans van Mierlo. Ze beloofde in de zomer van 2013 aan een nieuwe roman te beginnen. Het is duidelijk over wie het hier gaat: Connie Palmen.
Zelf zou ik de boeken van Palmen omschrijven als autobiografische fictie: de hoofdfiguur in haar boeken heeft vaak iets weg van Palmen zelf, maar de gebeurtenissen heeft zijn fictief. Doordat ze in zekere zin in haar eigen perspectief schrijft, zijn haar personages altijd mooi rond; het zijn hele realistische figuren die je zelf zou willen ontmoeten. Ze overstijgen de term 'personage' als het ware, in het dagelijks leven zal je niet zo snel zulke helden tegenkomen. Een persoonlijk puntje is dat ik me altijd goed kan identificeren met haar hoofdfiguren. Het zijn jonge vrouwen met grote gedachten en ingewikkelde levens. Ze zijn puur, verward en verdwaald in de grotemensenwereld. Ze denken veel na, deze gedachten worden ook uitgebreid in beeld gebracht en maken het verhaal er sterker op. De personages in het boek zijn verhalen op zich.
Het verhaal gaat over de student filosofie Marie Deniet. Zij ontmoet jaarlijks een nieuw, bijzonder figuur waarbij zij een stukje van haar verhaal opheldert en leert zichzelf te vinden. Het boek is opgedeeld in zes hoofdstukken, ieder voor een man die Deniet ontmoet: de astroloog, de epilepticus, de filosoof, de priester, de fysicus, de kunstenaar en de psychiater. In eerste instantie lijkt het verhaal ietwat onsamenhangend. Later zijn de stukken verhaal echter goed aan elkaar te lijmen en ontstaat er een krachtige gedachte achter deze snippers aan memoires. Deniets belevingswereld en de personages laten het verhaal opbloeien. Vooral de astroloog en de priester boeien mij: na dat eerste hoofdstuk ging ik toch snel even opzoeken in welk huis mijn sterrenbeeld eigenlijk thuishoort.
Dit boek vind ik boeiend en pakkend, omdat ik het probleem dat Deniet heeft, het eeuwige willen verbeteren, veranderen en verklaren, goed herken. Het motto van het boek concretiseert dit, dat is namelijk de bekende uitspraak van Samuel Beckett: "Als ik val zal ik huilen van geluk". Voor piekerende prestatiemiepjes is het dus zowel een bijbel als een zelfhelpboek te noemen. Diverse passages uit het boek zijn op zichzelf al sterk. Al met al is De Wetten een boek dat je moet hebben gelezen. Het is een stukje zelfverrijking, een stukje kunst en natuurlijk ook gewoon een stukje amusement.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten